Het is tijd om een boekje open te doen over het boek van Sinterklaas.
Mijn boek.
Mijn leven wordt verziekt door handelaren die géén interesse hebben voor wat ik doe.
Als parasiten, willen ze alleen aan me verdienen. Veel. Heel veel.
Jij wordt bekocht doordat ze mij te koop gooien.
Mijn verjaarsfeest gaat over schenken, van wat je ZELF kan bieden.
Voor mij is het ook niet gezond dat mensen hun leven nu door Noord-Amerikaanse bedrijven laten bepalen; en dwepen met die vetzak met mijn naam, verbasterd.
Ik weet het: ik wilde op de achtergrond blijven:
Mij ging het niet om mij, maar om de kwaliteit van leven van weduwen en wezen; en iedereen in het land.
Mij gaat het om het gezellige sinterklaasavondje; en hoe iedereen daar naar uitkijkt; en daar aan terugdenkt.
En dat gevoel van veiligheid en vertrouwen: is iemand er op 6 December nog; dat weet je dat Piet die niet meenam naar Spanje. (Dat was een grap..)
Ik hou heel veel van grappen.
Ik hou van blijde gezichten.
Ik hou van blijde mensen, blije kinderen, blije beesten; blije wereld.
Ik hou ervan om het samen goed te hebben; en te delen wat we hebben.
Daarover gaat mijn verhaal.
En de liedjes en liederen die over en voor me zijn gemaakt.
En ook de spelletjes en syrprises waarmee mensen mijn geboorte en bestaan vieren.
En, natuurlijk ook, de lekkere recepten, voor het gezellige samenzijn.
Je weet dat ik van iedereen alles weet.
Dat is niet zo moeilijk als je denkt; veel helderzienden kunnen dat ook.
Het is eenvoudig: als je vanuit de ziel leeft, beleef je de ziel en bezieling van alles.
Dat is het enige recept voor “Heiligheid”, zonder verdere poespas.
Ik vind het een mooie manier van leven: heel rijk en vervullend.
Je kent iedereen in hun ziel, in hun wezen: hoe ze echt zijn.
Zonder alle vermommingen en spelletjes die ze met zichzelf en jou spelen.
Je doorziet wat ze echt voelen en bedoelen; en waarom ze dat niet lukt.
Dat is ook een reden waarom ik nu mijn boek schrijf.
Het is mij gelukt om zo te kijken; eenvoudig door het zo te begrijpen.
Ik kreeg door dat we als mensen allenmaal één zijn: de mensheid.
Iedereen is daarin uniek; en daarin zijn we allemaal hetzelfde.
Ja, ik ook; want ik weet zeker dat ik besta.
Elk kind kan dat aanvoelen, en zelf ook direct beleven.
Alleen volwassenen leren verstoppertje spelen met zichzelf en hun bezieling.
Daardoor ont’kennen ze voor zichzelf dat ik er ben: ze ont-kennen hun eigen goede gevoel.
Maar ja, tja, dat is gewoon een masker en een vermomming; een spel wat ze spelen.
Op een dag, of nacht, zijn ze dood, en naakt zonder hun masker, en dan zien ze het zelf.
Als je dood bent, ben jij niet dood, maar heb je geen lichaam op Aarde. Nou ja, dat had je ook niet voordat je op Aarde was geboren.
Alweer: als je leeft vanuit je ziel, dan doorzie je dat vanzelf.
Ook dat is een reden dat ik graag een boekje open doe over mijn boek.
“Het Boek van Sinterklaas”.
Het is bijna mytisch; sommige mensen worden er lyrisch over.
Maar het is gewoon een aantekeningenboek, ook een dagboek en een handboek.
Daarin kunnen mijn helpers schrijven of lezen wat ze me willen laten weten.
Het Boek van Sinterklaas is dus wel mijn boek, maar tegelijkertijd ook niet.
Ik hield het voor me, omdat het niet voor anderen was bedoeld.
Vergelijk het met je eigen dagboek en droomboek: dat schrijf je voor jezelf.
Het is niet voor anderen bedoeld, en dus niet voor hen om te lezen: ze kunnen het niet goed begrijpen.
Dit hier nu is echter anders: Het Boek van Sinterklaas is daadwerkelijk mijn boek.
Ik heb het geschreven, en ik heb het voor jou geschreven.
Ik heb het speciaal geschreven om je allerlei te laten weten; voordat jullie het vergeten.
Want ik weet niet hoe lang julliie nog aan me zullen denken.
De commercie verziekt op het moment mijn verjaardag, en mijn leven.
Kranten vertellen hoeveel geld jullie uitgaven voor mijn verjaardag.
Maar dat heeft niet met mijn verjaardag te maken.
Dat gaat alleen maar om de dag die jullie Sinterklaasavond noemen.
Mijn verjaardag gaat helemaal niet om geld; kopen en weggooien van prullen.
Mijn verjaardag gaat over het delen van wat je hebt, ’om elkaar te helpen.
Mijn verjaardag gaat over samenzijn, delen van tijd, delen van van alles: gezelligheid.
En mijn verjaardag en leven gaat over eerlijkheid: elkaar ongezouten de waarheid zeggen.
Ik vind het heerlijk wanneer mensen op mijn verjaardagsavond elkaar verrassen.
Het is prachtig, om via een surprise terug te denken aan iets wat erg mis ging.
En om net zo te herinneren wat juist enorm prettig en fijn was.
Om het weer te weten, te kunnen vergeten, en het daarbij te kunnen laten.
Dat is wat ik ook altijd zie op de dag van mijn verjaardag: 6 december.
Iereen die op mijn verjaarsfeest was is blij en tevreden; ‘kan er weer een jaar tegen’.
Je weet dat degenen die je om je heen ziet ‘okee zijn’; anders waren ze ‘mee naar Spanje’.
Overigens, dat is niet zoals het werkt: maar dat is ook waarom ik dit boek ben gaan schrijven.
Het is tijd om wat opheldering te geven.
Allerlei luide luie lieden, die het overigens goed bedoelden, hebben het beeld vertekend.
Ik ben géén bischop, ik kon niet uit Spanje, en ik rij niet op een schimmel (strijdros).
Maar ik ben wel degelijk in goed contact met mijn schaduwzijde, mijn schaduwzelf; “Zwarte Piet”.
Zoals zal blijken, zit het verhaal anders in elkaar dan je geleerd hebt.
Vandaar dat ik je wil vertellen hoe de Hopi Indianen mij kennen.
Hoe ik beschermer werd van de zeelieden (het begon met de weduwen en de wezen).
Maar ook wat ik te maken heb met het oude (Boven- en Beneden-) Egypte.
Voor jullie, en mijn, gemak gebruik ik de techniek van de webzaait.
Ik heb altijd al van uitvindingen en inspiratie genoten.
Het begon lang geleden al met frisse gedachten, in gedichten en gezangen.
Tegenwoordig gaat dat door in spelletjes en technologie: fascinerend.
Je kan in deze Webzaait mijn verhalen lezen; ook de verhalen die jullie over mij vertellen.
Je kan hier ook over mijn verrassingen en surprises lezen, en schrijven wat je zelf deed.
Natuurlijk deel ik hier ook graag mijn lekkere recepten; ik hou van delen.
En je kan hier ook allerleid liedjes en liederen, soms zelf liederlijke liederen, over me vinden…
Mijn verhaal begint al heel lang geleden: met het ontstaan van de Aarde; ik hou van de Aarde.
Daarna had ik mijn ervaring in het leren leven als mens, en leren beleven van de Mensheid.
Daardoor kwam ik er achter hoe mooi het is om wat we hebben met elkaar te delen.
Met ook de gezelligheid die ik met alle mensen op de Aarde kon en kan be-leven.
Het verhaal van Boven en Beneden Egypte ligt voor de hand, als je het even weet.
Net zoals het verhaal dat ik in Izmir geboren zou zijn, in (nu) Turkije.
Het verhaal van mijn Bischop-worden, tja, dat was niet echt, en heeft niets met me te maken.
Maar waar je meer aan hebt is hoe de Hopi Indian me nog steeds kennen.
Wist je dat ik ook met Sirius, het sterrenstelsel, te maken heb?
Daar vindt je een belangrijke herkenning: een Witte Reus en een Zwarte Dwerg.
Ja-ja, die Witte Rijzige Reus, dat ben ik; en die Zwarte Dwerg, is Sint Pieter.
Wat, dacht je dat ik Klaas, wel Sint werd, en mijn Moorse adviseur Piet, niet?
Misschien is het ook goed als ik dan een boek je open doe over de Koning en De Dichter.
Dat is hoe de Ieren Piet en mij nog steeds kennen; als dichterlijk duo.
Terwijl de Duitsers in het Zwarte Woud mij juist weer als een kolenbrander zwart afschilderen, ehm, kennen.
Kortom, verwarring alom; waar ik enorm van kan genieten: zoals ik al schreef, ik vond het prima om op de achtergrond te blijven.
Nu wordt dat anders, maar niet echt anders.
Nu kan je mijn verhaal lezen op mijn webzaait.
Dan weet je zeker dat ik virtueel echt ben.
(Weet je dat er in Zwitserland een plaats is met een herinneringsplakaat dat Sherlock Holmes daar door Moriarti gedood werd?; ook dat is virtueel echt…).
Het gaat er niet om wat wel of niet echt is.
Het gaat er om wat jij ervan maak; van je leven.
Jij ben zelf die Konig(in) en die Dichter(es).
Het gaat er vooral om, wat je in je leven van je bestaan kan delen…
Dat is wat ik op een moment besefte, toen ik staarde over het water.
Een goede kennis was in de storm twee dagen ervoor in de verte daar verdronken.
Zijn vrouw en kinderen kwamen daardoor in problemen, om te kunnen overleven.
Ik vond dat heel naar, en besloot hen – en anderen – te helpen.
Dat was een goed idee, bleek achteraf.
Ik hielp die jonge vrouw en haar kinderen, zonder haar dat te vertellen.
Ik vertelde het wel aan een paar vrienden; ze besloten om mee te helpen.
En zo werden, die dag en vanaf die dag, veel vrouwen en kinderen geholpen.
Inderdaad; die jonge moeder heeft nooit geweten wie haar had geholpen.
Het was een vreemde tijd (bijna zo vreemd als deze): ik kon het niet vertellen.
En zo zijn de vertellingen en de verhalen de ronde gaan doen.
Want haar kinderen groeiden op met die Blijde Verrassingen, die onverklaarbaar waren…
Het verhaal zoals jullie dat van mij kennen, is in die zin met die kinderen geboren.
Ze groeiden er mee op, maar konden het niet begrijpen.
Ze hebben er op die manier maar elk hun verhaal van gemaakt, en dat doorverteld.
Van dat verhaal heb je vermoedelijk de een of andere variant wel gehoord…
Vandaar dat ik mijn Boek nu ook het opgezet als een webzaait.
Dan kan je daarin dat verhaal zoals jij dat gehoord hebt vertellen.
Mij gaat het er helemaal niet om of die verhalen wel of niet waar zijn.
Mij gaat het erom om onze verhalen en wat we over hebben met elkaar kunnen delen.
“Gezelligheid’, “Knusheid”, “Lekkers”, “Verrassingen”.
Dat zijn de woorden die ik steeds hoor als het over mijn feest gaat.
Dat is meer dan waar ik aan dacht of ooit op gehoopt had.
Terwijl ik turend over het water in-triest was over de dood van die voor jullie onbekende zeeman…
Het is een vreemd gevoel.
Ik ben al dood, maar ik merk dat ik nu wordt doodgemaakt.
Sinterklaas wordt uitverkocht om de vette kerstman te spekken.
Als jullie daaraan gaan meedoen, hoef ik niet meer mee te doen.
In dat geval wordt dit, mijn Boek van Sinterklaas, mijn nalatenschap.
Het wordt dan jullie erfenis.
Het is aan jullie of jullie die gaan delen, of verdelen.
Met ver’delen krijg je steeds minder; met delen … steeds meer.