Ik ben schijnheilige, want mijn heiligheid is schijn.
Waar ‘ze’ me voor nodig hebben is als ‘schutspatroon’.
Jazeker, dat lijk op een kogel in een geweer.
Het is een beroemdheid, die zakenbelang dient; en dat wil ik niet.
Het is naamsmisbruik.
Ik beschouw het als smaad en laster.
Het is ‘doen alsof’ wat me niet bevalt.
Waarmee mensen die uit zijn op jouw geld zich achter mijn naam en faam verbergen.